wanneer komt je bundel uit?

In de poëzieweek van 2019 gaf ik een rondje onder het motto: ik ben dichter. Meteen kwam de vraag “wanneer komt je bundel uit?” Dat bracht me op het idee om mijn poëtisch palmares in kaart te brengen. Wat heb ik allemaal geschreven, waarvoor en wat is er gepubliceerd?

Afgezien van dichtpogingen in mijn jonge jaren is het dichten echt begonnen in 1980 of daaromtrent. Een collega ging trouwen en iemand ging met de pet rond. Ik zei “ik doe mee, maar ik schrijf ook nog een gedicht voor de bruidegom”. Het was immers een man met singuliere kanten, onaangepast.

Dit is het vers:

In de veertig jaar daarna heb ik vele honderden gedichten geschreven voor jubilarissen, vertrekkers, jarigen. Maar dat terzijde.

Het gaat immers over bundels.

Zoals het begonnen is: gedichten bij gelegenheden of met een thema, zo is het ook verder gegaan. Kleine bundeltjes van vijf of zes versjes over één thema, meestal als er een reden voor was. Niet uitgegeven, maar voor de betrokkenen gemaakt op de printer. 

Zoals deze bij het afscheid van Westdorp, de directeur van het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam.

In die tijd heb ik ook nog wat herinneringen opgehaald aan Bergeijk, waar we van 1968 tot 1980 woonden. Een echt bundeltje is uitgegeven door de Bibliotheek van Bergeijk: krentebloesem in de Kempen. Ook aan het bestuur van de bibliotheek heb ik een paar versjes gewijd. En onder pseudoniem een bundeltje over het personeelswerk

Inmiddels was ik lid geworden van de redactie van Personeelbeleid, het blad van de Nederlandse Vereniging voor Personeelbeleid. Na een poosje ben ik daar maandelijks een gedicht gaan publiceren over het vak. Dat heeft zo’n 20 jaar geduurd.

Mijn boekverkoper, waar ik, toen ik in Dordrecht woonde, veel kocht, bestond 25 jaar. Reden voor een bundeltje: Dierbare stad, gedichten over Dordt. De boekverkoper gaf het uit. We woonden inmiddels op de Avenue Concordia. Die bestond 100 jaar. De deelgemeente gaf mijn bundeltje uit.

Zo ging het door. Met eigen bundeltjes over ‘op zoek naar neushoorns’ dat ik schreef met herinneringen aan veel bezoeken aan de Artis bibliotheek en andere bibliotheken. In 2019 is dat op verzoek van de oud-bibliothecaris van de Artis bibliotheek herdrukt.

Er kwam een bundeltje bij mijn afscheid als bestuurslid van het Natuurmuseum Rotterdam ook uitgegeven door het Natuurmuseum, met een tentoonstelling, geopend door de toenmalige directeur van Naturalis Wim van der Weijden. 

Dat was dan weer de aanleiding voor een bundel in Tsjechië: Abecedarium naturalis. Dat ging gepaard met een reizende tentoonstelling in 6 musea in Tsjechië.

En er volgden nog meer bundeltjes, in eigen beheer of anderszins. Bijvoorbeeld bij het jubileum van boekhandel Amesz en bij het hofleveranciers schap van Banketbakker Carlier, door hem uitgegeven als presentje voor vaste klanten.

Als ik in Tsjechië of in andere landen een workshop verzorgde, begon de dag vaak met een gedicht over de vorige dag, en ik schreef gedichten over wat ik in het land zag. Dat leidde soms tot een bundeltje in eigen beheer. In Jemen haalde ik ook de krant.

Museumland leidde ook tot gedichtenbundeltjes, bij het afscheid van directeuren, zoals dat van Felix Valk van Museum voor Volkenkunde en dat van Wim Crouwel van Boijmans.

Er kwam ook een bundeltje met hoofdzonden en deugden van museumdirecteuren. Met mooie tekeningen van Mario De Timmerman.  Die gedichten waren eerst in MuseumKatern in Vlaanderen gepubliceerd, onder de naam Pavel Krok.

Toen ik in museumland begon heb ik een vierwekelijkse cursus in Engeland gevolgd. Aan het eind heb ik daar de deelnemers en de gebeurtenissen in gedichten verwerkt. Onder de titel: “Dutch letters running sideways”.

Bij mijn afscheid als waarnemend directeur van het OorlogsVerzetsMuseum op Katendrecht heb ik de vrijwilligers in gedichtjes geportretteerd en elk van hen een bundeltje gegeven. Na de behandeling voor mijn prostaat heb ik een bundeltje geschreven, dat is uitgegeven in samenwerking met de afdeling van het Erasmus Medisch centrum, waar een doorlopend onderzoek wordt gehouden. Alle leden van de steunvereniging kregen een bundeltje.

Een bezoek aan Hongarije leidde, een paar jaar later tot een kort verhaal in verzen over een vrouw die haar echtgenoot met behulp van paddestoelen om het leven brengt. Dat verhaal is in het Engels geschreven en in Tsjechische, Hongaarse en Russische vertaling uitgekomen.

Wat ik nog vergat: een drietal gedichten zijn gepubliceerd in de bundel Het eiland van Dordrecht in Tekst en Beeld. En Het Darwin Museum in Moskou heeft een Dodo bundel uitgegeven, waarin ook een gedicht van mijn hand staat.

Vanzelfsprekend schreef ik tussendoor voor allerlei vrienden, familieleden en collega’s gelegenheidsgedichten, soms in een klein bundeltje alleen voor de betrokkene.

Elke verjaardag van mijn kinderen en kleinkinderen mag een gedicht niet ontbreken. Meestal een terugblik op het afgelopen jaar met enige ironie.

Neushoorngedichten onder het motto “een neushoorn in mijn achtertuin” zijn in het Nederlands, in het Engels en in het Russisch uitgegeven, met bijzonder mooie illustraties van een bevriende kunstenaar uit Krasnoyarsk: Victor Sachivko.

Na een bezoek aan Brno heb ik mijn indrukken vastgelegd in een bundeltje dat niet verder is verspreid, op enkele vrienden na. Voor Jan Anderson, van Streekmuseum Jan Anderson in Vlaardingen schreef ik een alfabet in gedichten over objecten uit zijn collectie. Later, in de Poeziëweek 2019, schreef ik gedichten op verzoek van bezoekers over een gekozen voorwerp. Dat is alleen in enkele exemplaren gebundeld.

In de loop van de tijd zijn er gedichten van mij gepubliceerd in tijdschriften of personeelsbladen, zoals in Indische Letteren, het personeelsblad van Museum voor Volkenkunde in Rotterdam (nu het Wereldmuseum), het personeelsblad van Naturalis, in Baakbericht, in Entomologische berichten, in het tijdschrift van de Libellenvereniging, in Kawat berichten, in een museumtijdschrift in Krasnoyarsk.

De vraag: “wanneer komt je bundel uit?” is hiermee wel beantwoord, denk ik. Ik vond het vooral leuk om eens mijn poëtische productie tevoorschijn te halen en de belangrijkste dingen er uit te kiezen. 

Intussen gaat het verder. Er is nog wat werk onderhanden: een bundel met gedichten over etnografische objecten uit de provincie Vologda in Noord West Rusland. Dat is een project dat in het jaar 2000 begon en is blijven liggen. De gedichten, in het Engels, waren toen al klaar, maar er zou een tentoonstelling komen en een tweetalige bundel. Dat was lastig. Nu is het werk bijna gereed. Het wordt dan, als het gefinancierd kan worden een bundel met gedichten in het Engels en prachtige illustraties van een kunstenaar uit Vologda: Vera Dobryninskaya. 

Een ander plan dat enige tijd stil heeft gelegen is een Schildwantsenalfabet. Begonnen in 2017 toen de Entomologische Vereniging extra aandacht aan wantsen ging besteden. In maart 2020 heb ik het weer opgepakt. De gedichten zijn klaar. De Engelse vertaling is inmiddels nagekeken op Britsheid. Theodoor Heijerman stelt zijn foto’s beschikbaar als illustraties. Uitgeverij Boekscout gaat het uitgeven, in maart 2021 wordt het boekje veracht. En de mogelijke uitgave wordt overleg gepleegd.

Vanwege mijn afscheid van de Werkgroep Brandweer Historie heb ik een bundel gemaakt over brandweergeschiedenis. (Die ligt te wachten op het afscheidsetentje).  Van de planten in ons huis en in onze tuin komt er ook een bundel. Met illustraties van Heleen Plaisier.

Het meest recente project is een serie gedichten over mensen met een beroep. Die serie is in ontwikkeling. De loodgieter, de trambestuurder, de kok, de boekverkoper en nog een stuk of acht andere zijn al klaar.

een (nog) niet uitgevoerd wespenevenement

Elk jaar raken veel mensen in paniek door wespen die hun aangenaam verblijf op terras of in de tuin dreigen te verzieken. Het veroorzaakt weglopen, om zich heen slaan, goedbedoelde adviezen die niet worden opgevolgd en ergernis bij diegenen die kalm kunnen blijven, wat makkelijk is als de wesp een ander lastig valt. Hoewel wespen prachtige dieren zijn.
Daarom is het nodig om een wespenevenement te organiseren, waarin vooroordelen worden weggenomen, praktische tips worden gegeven, nuttige en overbodige kennis wordt verschaft door mensen die er echt verstand van hebben .
Wat zou er op het programma kunnen staan?

Hoe we echt kunnen omgaan met lastige wespen

Hoe we echt kunnen omgaan met lastige wespen, ook al zijn we als de dood voor ze en hebben we helemaal geen tijd om naar allerlei adviezen te luisteren van mensen die er zelf toevallig geen last van hebben.
Praktische voorlichting, daar gaat het om. Eenvoudige trucjes en hoe je met je angst kunt omgaan. Hoe te vermijden dat wespen je lastigvallen. wat je wel en wat je vooral niet moet doen.
Voor de vanzelfsprekende doelgroep kunnen een arts en een verpleegkundige vertellen wat je niet moet doen, wat je moet doen als je gestoken wordt door een wesp, wat je moet doen als je erg gevoelig bent voor wespengif.

Maak je eigen wesp van afvalmateriaal

Laat de kinderen zelf een wesp maken, liefst zo groot mogelijk. Van resten papier, metaal en plastic, met mooie kleuren en dreigende ogen.
Een uitwendig skelet is een uitdaging.
Werk samen met de lokale scrap verzamelaars en vraag een educator de kinderen te begeleiden. Maak er flink reclame voor en laat de kinderen hun werkstuk tentoonstellen.

Een wespenkenner aan het woord

Wat weten we van wespen? Weinig, dus laat een echte kenner, een op wespen gespecialiseerde entomoloog vertellen over deze beestjes. wat zijn wespen, welke soorten komen er voor in ons land? Zijn er insecten die er uitzien als wespen, maar het niet zijn? Steken ze allemaal en wat te doen als je gestoken wordt. Zijn ze nuttig? En waarvoor dan wel? Is er wetenschappelijk onderzoek dat ons wijzer maakt?. Waar blijven de wespen?

Worden wespen geteld en waargenomen door de mensen van waarneming.nl?
Waar in ons land leven welke wespen? Is die pas ontdekte soort op een dak in Rotterdam zo bijzonder?
Voor de echt geïnteresseerden kan een enthousiaste entomoloog het verhaal vertellen.

De wesp in de letteren en in de beeldende kunst

Hoe is het met de wesp in de literatuur en in de poëzie? Wat schreef Godfried Bomans erover in “Erik of het klein insectenboek”. Hebben ze menselijke trekjes? Zijn ze arrogant?
Welke dichters schreven een wespengedicht? Wie illustreerde daarbij?
Zijn er prenten, schilderijen of tekeningen met wespen?
Laat, in samenwerking met de bibliotheek, het lokale letterengenootschap en het Literatuurmuseum een kenner vertellen en neem de mensen mee op de zoektocht naar wespen in kunst en letteren.

Verzamelingen

Wat is er te vinden over wespen in de collecties van Natuurhistorische Musea? Zijn er particuliere verzamelaars met een wespencollectie? Hoe worden de wespen daar bewaard? Zijn er bijzondere exemplaren met een verhaal? Wat houdt de mensen die de collectie bijhouden bezig? Toon een overzicht van wat er is, laten we een ontdekkingstocht maken, wat is de geschiedenis van de collecties? Worden er nog steeds wespen gevangen en opgespeld?
De wespenverzamelaar en de conservator kunnen hun drijfveren en hun deskundigheid aan het publiek overbrengen en een deel van de verzameling laten zien.

Wespen en mode

Spelen wespen een rol in de mode? Wat is eigenlijk de geschiedenis van de wespentaille? Wie kan daar deskundig en boeiend over vertellen? Zijn er mooie foto’s uit oude modetijdschriften? Laat een mode- journalist en een kenner van historische mode samen met enkele studenten van de modevakschool vertellen over oorzaak en gevolg van de wespentaille.

De man die zich liet steken

Wie is de man die zich liet steken? Wat staat er in zijn boek? Waarom deed hij dat? Kunnen we er iets van opsteken?
Laat iemand aanstekelijk vertellen over het boek van Justin O. Schmidt “The sting of the wild”.

De Vespa-rijder

Nodig de lokale Vespa-rijders uit voor een exclusief bezoek. Confronteer ze met de naamgever van hun geliefde voertuig. En laat een kenner de geschiedenis vertellen van een scooter die een tweede leven begon.

De fotografen

Op waarneming.nl laten veel fotografen zien wat ze hebben gefotografeerd. Dat gebeurt ook op FB pagina’s en op Pinterest. Nodig de fotografen uit om hun mooiste wespenfoto’s te laten zien.

Het evenement

Eigenlijk gaat het om een serie kleine evenementen voor uiteenlopende doelgroepen. Een wespenweekend zou dan een goed idee zijn, het liefst met daaraan aansluiten de tentoonstellingen van de werkstukken van de kinderen, de foto’s van waarneming en Facebook, en een tentoonstelling met mode-foto’s, illustraties uit de literatuur, de Vespa geschiedenis en wetnechappelijke tekeningen.
Dat kan een mooi aanstekelijk geheel worden.
U kunt me benaderen om het te helpen organiseren.

meer muziek in musea

0    Waarom denken over muziek en musea?

Musea willen hun collecties en hun verhalen tot leven brengen voor heel verschillende typen bezoekers. Omdat muziek een universele taal is die velen inspireert zouden musea daarvan meer en creatief gebruik kunnen maken. Vandaar.

1    Voor de hand liggend

Muziek bij een opening van een tentoonstelling of bij een finissage, dat fleurt het altijd op. Het verzacht de toespraken of vrolijkt de toespraken op.
Met een paar goede relaties hoeft het ook niet duur te zijn.
Mijn motto is: geen opening zonder muziek! (het kan trouwens ook goed bij een ’finissage’ als de tentoonstelling wordt afgesloten)
Het museum kan natuurlijk ook een ruimte beschikbaar stellen voor kleine concerten. Liefst wel met een verband tussen de collectie, de tentoonstelling en de muziek.

2    Bij een afbeelding op een schilderij, een prent of een voorwerp

Bij een afbeelding op een schilderij, een prent of een voorwerp.
In het Rubenshuis is een schilderij van Jacob Jordaens met een doedelzakspeler. Op mijn vraag aan de suppoosten of er in de zaal wel eens op een doedelzak gespeeld was bleek dat dat niet het geval was.

Het verhaal over het schilderij, over Jordaens en over de doedelzak in Vlaanderen zou met een doedelzakspeler een onvermoede impuls krijgen.
Zo zijn er veel meer voorbeelden te bedenken. Bijvoorbeeld Gerard ter Borch, Luitspeelster en soldaat, of op een Valentijnskaart. Bij de luitspeelster kan eenmaal per maand een halfuurtje luitmuziek worden gepeeld en als een Oud speler uit het Midden Oosten in de buurt is kan dat voor iets extra’s zorgen.
Soms is het trouwens al voldoende om met een koptelefoon naast het kunstwerk of het voorwerp de muziek te laten horen. Soms is het trouwens al voldoende om met een koptelefoon naast het kunstwerk of het voorwerp de muziek te laten horen.

3    Literatuur en muziek

Felix Timmermans schrijft in Pallieter over een Orgue de Barbarie. Zo’n orgel is er in Het Vleeshuis, maar er zijn ook nog “rondreizende” muzikanten met een orgue de barbarie.

Het is boeiend om te horen hoeveel muziek er in de verhalen van Felix Timmermans zit en om te horen over de geschiedenis van het orgue.
Van Hugo Claus zijn gedichten op muziek gezet door Nederlandse muzikanten. Ook kan de favoriete muziek van belangrijke en van onbekende dichters en schrijvers ten gehore worden gebracht. Soms zijn dichters en schrijvers ook zelf muzikant.
Liederen zijn vaak ook poëzie

4    Migranten en muziek

De cultuur van de vele migranten die in onze landen wonen bevat ook veel muziek, zoals bijvoorbeeld de Oud, de luit uit de Arabische landen. Muziek kan een prachtig middel zijn om de migranten bij het museum te betrekken, bijvoorbeeld door samenspel van Westerse en Oosterse muzikanten en door verhalen te vertellen over de rol van muziek in de cultuur van het land van aankomst en van het land van herkomst.

5    Welke muziek hoor je bij dit voorwerp?

Laat een schoolklas lopen door de botanische tuin en de vraag beantwoorden: aan welke muziek denk je bij deze plant? of zoek een plant die past bij je favoriete muziek.
In het Natuurhistorisch Museum of bij dergelijke collecties kan een soortgelijke vraag gesteld worden en waarom niet in een museum voor moderne kunst, een modemuseum, een scheepvaartmuseum of een fotomuseum?

6    Strips en muziek

Er zijn nogal wat stripverhalen waarin muziek voorkomt. Dan hoeven we niet meteen te denken aan de Flaterfoon, ook in Lucky Luke speelt muziek vaak een rol.

7    Laat een rapper het verhaal vertellen

Dat kunst, kunstnijverheid en erfgoed een verhaal vertelt, waardoor de geschiedenis of de actualiteit tot leven komt is onbetwist. Maar als een lokale rapper het verhaal vertelt komt er iets onverwachts bij.
Dat kan ook wanneer een ander type singer-songwriter dat doet.
Nodig een groep aankomende singer-songwriters uit om zich te laten inspireren door een deel van de vaste opstelling of een tijdelijke tentoonstelling.
Het mag een wedstrijd zijn, maar het kan ook een deel van de opleiding zijn.
Dat kan ook met studenten van het conservatorium.

8    Historische of verzonnen gebeurtenissen

Na de grote brand in Vriezenveen is er een “Herdenkingsmarsch” gemaakt. Dat soort dingen gebeurt vaker. In en rond oorlogen is veel muziek gemaakt. Denk aan Glenn Miller, Vera Lynn en Joodse cabaretmuziek, muziek uit Theresienstadt.
Er is natuurlijk ook muziek gemaakt over verzonnen gebeurtenissen, waaraan het museum aandacht besteedt, bijvoorbeeld films, opera. Het museum kan dat ook zelf creëren.

9    Muzieklessen tot leven gebracht

Doe een oproep aan de lokale bevolking: wie heeft met zo’n boekje gewerkt? Kom naar het museum en maak samen met een muzikant weer muziek. (dit gaat in 2019 in Vlaardingen gebeuren)

10    Een workshop in september 2018

Voor museummedewerkers in Zuid Holland is er op maandag 24 september 2018 een workshop geweest in Brielle waarin van gedachten werd gewisseld, ideeën werden besproken en opdrachten werden uitgevoerd op het thema “meer muziek in musea.”
Zo’n workshop kan ook in 2019 weer plaatsvinden.

11    Er gebeurt al veel

Een paar voorbeelden van wat er al gebeurt in Vlaanderen en in Nederland:
In het MAS in Antwerpen is een dokwerkerslied nieuw leven in geblazen. Het lied was een protest tegen de uitbuiting door de werkgevers. Tekst en muziek waren in het museum aanwezig. Het lied is bewerkt voor een koor uit de wijk waar vroeger de dokwerkers leefden en door het koor uitgevoerd. In de vaste opstelling is het lied nu te horen, bij de objecten.

Een evenement in Museum Plantin-Moretus: in het district Ekeren liep een project over Eduard Moretus, de laatste eigenaar van het oude drukkershuis. Hij woonde in Ekeren en speelde daar o.a. een rol voor de lokale harmonie, die als naam het motto van de familie Moretus heeft (Labore et Constantia). De harmonie won een prijs met een compositie die een impressie geeft van de drukkersgeluiden. Naar aanleiding van dit project, kregen alle bewoners van Ekeren een uitnodiging om het museum te bezoeken. In de namiddag speelde de harmonie muziek op de Vrijdagmarkt (dus het plein voor het museum), waaronder uiteraard ook de betreffende compositie.

In het Red Star line museum is aandacht voor Irving Berlin, destijds één van de passagiers.

In Boijmans van Beuningen heeft een violist zich laten inspireren door een werk van Rubens en dat gespeeld bij het kunstwerk.
Ook in Boijmans is er in november 2018 weer “tussen kunst en klank” geweest. Vier groepjes musici van het Rotterdams Philharmonisch speelden in verschillende zalen muziek, geïnspireerd door de kunst. Strijkers, houtblazers, koperblazers en slagwerkers. Steeds legde een van de musici aanstekelijk uit wat ze deden en waarom. Groepen middelbare scholieren vormden de luisteraars. Ze reageerden, aangemoedigd door de musici of een museummedewerkster, die de relatie tussen kunst en klank legde. Een prachtig evenement, dat duidelijk in de smaak viel bij de scholieren.

12    Nog een paar ideeën

Een Stripmuseum organiseert een wedstrijd om het Lucky Luke lied te schrijven, met als refrein “I am a poor lonesome cowboy.”

Red Star Line: muzikaal cargo van de passagiers die van Centraal Europa naar Noord Amerika reisden en hun muzikale erfgoed meenamen.

De tachtigjarige oorlog in liederen.

Weeshuizen: wat werd er gezongen? Verplicht of vrijwillig?

13    Financiering. techniek en rechten

Musici en muzikanten kosten geld. Kleinere musea hebben dat vaak niet. Ik pleit voor een speciaal fonds (of een onderdeel van een fonds), waarop kleinere museum een beroep kunnen doen om een muzikant, een groepje of een koor te kunnen engageren voor een evenement over muziek en erfgoed of muziek en kunst.
De technische mogelijkheden om muziek bij een kunstwerk of voorwerp te laten horen zijn groot, van een geluidsdouche tot een enkele hoofdtelefoon. We gaan met een gespecialiseerd bedrijf een handleiding maken voor de keuze en de kosten van de techniek.
De rechten die aan Buma/Stemra moeten worden betaald maken sommige musea huiverig. Ook daarover gaan we een handleiding maken.

14    Verder van gedachten wisselen over muziek in musea en over muziek en erfgoed

Dit zijn zomaar wat ideeën. Anderen kunnen hieraan nog van alles toevoegen.
Ik doe een oproep om met ideeën te komen en met voorbeelden uit de praktijk. We kunnen dan een uitwisselingsmiddag organiseren en zo het gebruik van muziek in musea te stimuleren. Uiteindelijk hoop ik dat elke museummedewerker muziek altijd in het hoofd heeft bij het organiseren van tentoonstellingen, evenementen en educatieve projecten.

15     Voorbeeld aubade

Aubade

De bezoeker was gevlucht. Ze had zich aangemeld voor het zaterdagochtendsymposium over mindfulness. In de pauze was ze vertrokken. Ze had al genoeg aan haar hoofd, vond ze. Na een kopje koffie bij de Vlijtige Bij liep ze door de stad en stond oog in oog met het Stadsmuseum “In de oude Plataan”. Wat ze zich daarbij moest voorstellen wist ze niet, maar nieuwsgierig als ze was liet ze zich niet ontmoedigen.

Haar Museumkaart, die ze daar Museumjaarkaart noemden, dacht ze gratis naar binnen te mogen. Helaas, we zijn nog niet geregistreerd. Maar het kost u maar € 3,50.

Ze was aangenaam verrast door de frisse thematische presentatie. Bij veel voorwerpen en kunstwerken was er een verhaal, een verwant document of voorwerp. Bij het thema Tweede Wereldoorlog was er een poster van een ”kerstwijdingszanguur” dat haar aandacht trok. De poster meldde “het geheel onder leiding van mevrouw M.C.Grimberg-Huyser.” Die naam had ze eerder gehoord, maar waar en wanneer?
Ze vroeg of de man aan de balie er meer van wist. “Dat moet de conservator weten, maar het is zaterdag, dus ze is pas dinsdag weer in het museum. Als u me uw e-mail adres en telefoonnummer geeft, vraag ik of ze met u contact opneemt.”
Die dinsdagmiddag belde de conservator. Ze was ook geïnteresseerd omdat haar moeder vaak had gesproken over aubades onder leiding van mevrouw Grimberg-Huyser. Dat was in Dordrecht op het Scheffersplein. De conservator ging eens kijken wat ze nog meer kon vinden en zou dat laten weten.
Later dat jaar was er bij de poster een geluidsfragment met muziek geïnstalleerd en op 31 augustus (de oude Koninginnedag) was er een aubade op het plein voor het museum, geleid door de dirigent van gemengd koor “Caecilia.” De conservator herinnerde zich dat ze tijdens haar studie ooit iets over Ary Scheffer had gehoord. Ze dook er in en organiseerde samen met het Dordrechts Museum een symposium over de bijna vergeten kunstenaar. Met muziek van Chopin natuurlijk.
De bezoeker was eregast.

16    Voorbeeld onverwacht bezoek

Onverwacht bezoek

Vrijdagmiddag 14 uur kwamen er plots 8 mannen van middelbare leeftijd het museum binnen. Allemaal stemmig gekleed in grijs en zwart. Ze hadden een draagbaar harmonium bij zich
De oudste van het gezelschap kwam naar de balie: “We hebben gehoord over de tentoonstelling Calvinisme en Kunst. Van een medebroeder begrepen we dat het zingen in de kerk een wat bescheiden plaats inneemt in uw tentoonstelling. Daar willen we graag iets aan doen. Als u het goed vindt gaan we in de tentoonstelling bij ons harmonium een halfuurtje wat gereformeerde liederen zingen.”

De dame en heer aan de balie waren zichtbaar onthutst. “Dat moeten we eerst overleggen.”
De plaatsvervangend directeur was snel ter plaatse en discussieerde een paar minuten met de Gereformeerde heren.
“Ga uw gang” zei hij tenslotte. “Ik wijs u een plek waar het kan, maar ik wil er wel bij zijn. Als ik het storend vind stopt u ermee.”

Na enig stemmen vormden de heren een halve cirkel. “We beginnen met het Bondslied uit onze jeugd.”
De zaal werd gevuld met de klanken van “Op broeders, op gezongen, van jeugd en moed en kracht”, een lied dat ooit gemaakt was door Anthony Brummelkamp Jr. Daarna volgden een paar Psalmen en gezangen, waarna de heren eindigden met het toezingen van het aanwezige publiek met Psalm 134 vers 3: Dat ’s HEEREN zegen op u daal.

De plaatsvervangend directeur was zichtbaar onder de indruk. “Een mooi staaltje Calvinistische cultuur. Past wonderwel in het thema. Dat we daar niet eerder zelf aan gedacht hebben. Ik bespreek het intern en misschien wilt u dan nog een keer terugkomen. Dan maken we er een evenement van.”